Als de naam van Sigmund Freud valt, zijn er direct de meest uiteenlopende reacties. Voor de een is hij een icoon, die aan het begin van de psychotherapie staat en de ontdekking deed, dat praten helpt. Voor de ander is hij een charlatan, die op onwetenschappelijke wijze tot zijn theorieën kwam. In zijn tijd werd Freud door collega’s bekritiseerd en belachelijk gemaakt. En ook nu is de kritiek niet verstomd, die met de hedendaagse blik niet ontkend kan worden. Heeft Freud hiermee afgedaan? Of wordt zo het kind met het badwater weggegooid? Na zijn dood kwam er een herwaardering voor zijn werk en nog altijd is er groot respect voor de basis, die hij gelegd heeft voor de psychotherapie in het algemeen en de psychoanalyse in het bijzonder, waarop anderen hebben kunnen voortbouwen.
Ik wil hier geen overzicht geven, waarom Freud wel of niet waardering in onze tijd verdient, maar ingaan op een aspect van de psychoanalyse, wat voor Freud een grote kwestie was en ik van groot belang vind in het denken over psychische klachten. Ik kwam het tegen in het boek: Het Münchhausen-paradigma, waarom Freud en Lacan er toe doen (geschreven door: Marc de Kesel). Het handelt over het thema: Hoe kijken wij naar de werkelijkheid? Het punt van waaruit we kijken is een veronderstelling of verbeelding, dat dit de werkelijkheid is. Freud kwam tot het primaat van de verbeelding. Eigenlijk zei hij: “Alles is beeldvorming”. Wij kunnen ons, vanuit onze beeldcultuur, hier zeer goed mee verbinden. Freud spitste dit toe en zei, dat onze blik op de werkelijkheid geconstrueerd is vanuit een wens. We verhouden ons tot de werkelijkheid vanuit een gewenste of verlangde werkelijkheid. Zo maken we van de werkelijkheid een wensbeeld. Freud kwam erop, doordat hij keek naar zijn patiënten en zich verwonderde over het feit, dat zij zeiden van hun klachten af te willen, maar dat ze deze in werkelijkheid liever vast bleken te houden. Als het al zo ver was, dat de symptomen verminderden, dan ontwikkelden ze weer nieuwe klachten.
Hoe kunnen we dit begrijpen? Laten we een voorbeeld nemen. We zien een patiënte van midden dertig. Ze meldt zich aan met sociale angstklachten. Patiënte klaagt, dat zij eenzaam is. Ze zou nieuwe mensen willen leren kennen om zo tot nieuwe vriendschappen te komen. Wanneer ze echter genodigd wordt door haar buurvrouw om samen naar een yogaclubje te gaan, slaat ze de uitnodiging af; terwijl ze het eigenlijk heel leuk zou vinden. Ze zegt te angstig te zijn om dit te durven. De vraag aan haar psychotherapeut is: Help mij van mijn sociale angstklachten af.
Freud dacht na over werkingsmechanismen van de klachten van zijn patiënten. Hij concludeerde: Het leven luistert naar het principe van het zelfbehoud, maar ook naar een ander principe, namelijk dat van de lust. Deze twee principes hebben een complexe verhouding tot elkaar. Lustbeleving bepaalt ons, maar de prikkels die lust opwekken zijn niet altijd direct voorhanden. De realiteit leert ons dat. Het geeft gevoelens van haat naar die realiteit. Tegelijkertijd brengt dit een verlangen teweeg met gevoelens van liefde. Het verlangen is lustvol – er komt nooit een volledige bevrediging.
Terug naar de patiënte. Ze komt met een vraag naar haar psychotherapeut. Die vraag gaat niet over haar klachten, maar haarzelf. Zoals ze nu leeft en met haar sociale angsten omgaat, is niet bevredigend voor haar, maar haar vermijding opgeven, ziet ze ook niet zitten. Patiënte heeft een vraag naar zichzelf: Hoe wil ik zijn? Maar met die vraag wil ze niet bezig zijn; ze wil zijn wie ze is. Onbewust pakt ze de ‘gehate’ vraag in en presenteert het in een pakketje van een symptoom aan haar therapeut met het
verzoek om haar van haar vraag af te helpen en biedt het aan als geschenk. Wanneer de therapeut haar geschenk aanneemt en haar behandelt voor haar klacht, bestaat de mogelijkheid, dat met het wegebben van het symptoom, de vraag van patiënte niet is opgelost en er nieuwe symptomen zich aandienen. De therapeut moet rekening houden met de mogelijkheid, dat een patiënt niet van zijn klacht af wil, omdat het vooral als een oplossing fungeert en de patiënt er zelfs heimelijk plezier aan kan beleven. Je zou kunnen zeggen: De patiënt haat zijn vraag en wil deze kwijt, maar hij heeft er ook liefde voor. Dat gaat samen.
Freud biedt een denkkader, waarmee we symptomen van patiënten kunnen plaatsen. Het gaat niet zo zeer over de inhoud van de klachten, maar over hoe iemand zich daartoe verhoudt. In de theorievorming van de psychoanalyse zijn zaken als ‘verbeelding’ en het ‘lustprincipe’ elementen om het werkingsmechanisme van klachten in kaart te brengen.
Waarom is het belangrijk door deze bril te kijken naar psychische klachten? Mijns inziens is de verwachting van de patiënt, dat de therapeut hem van zijn klachten afhelpt, ondermijnend voor de therapeutische relatie. Het kan leiden tot afhankelijkheid en teleurstelling over behandelingen met als gevolg dat patiënt steeds nieuwe therapeuten zal zoeken in een eindeloze herhaling om van zijn symptomen af te komen. De psychoanalyse legt deze herhaling bloot en probeert samen met een patiënt naar nieuwe wegen te zoeken in relatie met zijn probleem.
Contact form
Adres
Praktijk: Van Loostraat 135,2582 XC Den Haag
Tel: 06-442 42 122
E-mail: info@gerrywestland.nl
Aanmelden
U kunt zich aanmelden voor psychotherapie via het e-mailadres info@gerrywestland.nl. In belang van uw privacy raad ik u aan geen persoonlijke gegevens in de e-mail te vermelden. Ik zal daarna met u een telefonische afspraak maken om kort met u te overleggen over uw aanmelding.
Wachttijden
Er is op dit moment plaats voor nieuwe patiënten (bijgewerkt oktober 2022).